Schol is samen met tong de belangrijkste platvissoort voor de Nederlandse kottervloot. Schol is te herkennen aan zijn oranje vlekken op de rug. Schol komt voor van Noorwegen tot Portugal, maar nergens is de populatie zo groot als in de Noordzee.
Schol is een bodemvis, die echter niet zoals alle andere bodemvissen op hun buik zijn gaan liggen, maar op hun zij. Ze maken in hun jeugd een gedaanteverwisseling mee, waarbij ze op hun zij gaan zwemmen. Het oog dat aan de onderkant zou komen, schuift over de kop naar de andere kant. Hierdoor hebben ze allemaal een vreemde scheve kop. Ook de kleuren passen zich aan: de bovenkant is fraai gecamoufleerd, de onderkant is witachtig. Het zijn voornamelijk zeevissen, sommige soorten komen in zoet water voor.
Van mei tot en met oktober is de schol op zijn lekkerst. In de winter trekken de schollen naar hun paaiplaatsen om daar kuit af te zetten. Zodoende is de schol in de winter mager dus minder van kwaliteit. De Nederlandse platvisvloot vist in de eerste maanden van het jaar vrijwillig minder om de schol met kuit te sparen. Schol is een magere vissoort.